Koninklijke Landsbond van Belgische Postzegelkringen
Art. 1.
In 1921 heeft de Koninklijke Landsbond der Belgische Postzegelkringen de "NATIONALE MEDAILLE VOOR FILATELISTISCHE VERDIENSTE", een nationale onderscheiding in het leven geroepen.
Art. 2.
Die medaille wordt jaarlijks definitief toegekend aan het lid van een bij de Landsbond aangesloten vereniging dat door zijn bedrijvigheid heeft bijgedragen tot de morele en materiële ontplooiing van de filatelie in België.
Er kunnen mogelijk meerdere medailles worden toegekend.
Art. 3.
Tijdens het eerste trimester van ieder jaar worden de kandidaten voorgedragen door de verenigingen die aangesloten zijn bij de Landsbond met het daarvoor bestemde formulier. De voorstellen worden ingediend bij de algemene secretaris van de Landsbond. Voor elke kandidaat wordt een curriculum vitae ingezonden met vermelding van de elementen die zijn verdiensten in de ontplooiing van de filatelie illustreren. Als dit curriculum vitae ontbreekt, wordt de kandidatuur niet in overweging genomen.
Art.4.
Tijdens de Raad van Bestuur in het 2de trimester, wordt de laureaat aangewezen door een kiescollege, samengesteld uit de aanwezige medaillehouders en de effectieve leden. Dit college wordt voorgezeten door de voorzitter of een ondervoorzitter, bijgestaan door de algemene secretaris of zijn adjunct.
Art. 5.
Ieder lid van het kiescollege heeft één stem. Een medaillehouder die effectief lid is beschikt over twee stemmen.
De beraadslaging en de stemming van het kiescollege zijn geheim. Het stemmen per volmacht is niet voorzien.
Art. 6.
Om gekozen te worden moet de kandidaat de volstrekte meerderheid behalen van de uitgebrachte stemmen, d.w.z. de helft plus één. Blanco en ongeldige stemmen tellen niet voor het bereiken van deze meerderheid. Indien deze meerderheid niet in een eerste stemronde wordt behaald, wordt er tot en tweede verkiezingsronde overgegaan. Deze kandidaten in de tweede ronde zijn:
De stemming eindigt vanaf het ogenblik dat een kandidaat het hoogste aantal stemmen behaalt (rang 1)
Een derde stemronde is mogelijk indien de kandidaten na de tweede ronde ex-aequo eindigen in rang 1 van het aantal stemmen. Indien na de derde stemronde deze kandidaten hetzelfde aantal stemmen behalen in rang 1, zal ieder van hen een medaille ontvangen.
Indien slechts één kandidaat werd voorgedragen dient er gestemd te worden met ja of neen.
Art.7.
Na ontvangst van de kandidaturen verzendt de algemene secretaris van de Landsbond de uitnodigingen aan de medaillehouders en de effectieve leden tot het bijwonen van het kiescollege, genoemd in artikel 3. De lijst met kandidaten en hun curriculum vitae wordt bij de uitnodiging gevoegd.
Art. 8.
De naam van de laureaat(en) wordt bekend gemaakt via Belgaphil, het trimestrieel bondsblad van de Landsbond. Tijdens de jaarlijkse academische zitting wordt hem of haar (worden hen) de medaille(s) overhandigd.
Dit aangepast reglement werd goedgekeurd tijdens de Raad van Bestuur van 22 februari 2014 en wordt onmiddellijk van kracht vanaf deze datum.
De voorzitter de algemene secretaris
E. Van Vaeck C. Kockelbergh
jaar | winnaar | jaar | winnaar | jaar | winnaar | jaar | winnaar | jaar | winnaar |
1921 | Bigwood W. | 1922 | Van de Vliet F. | 1923 | Van Migem E. | 1924 | Singelée J. | 1925 | d'Udekem d'Acoz P. |
1926 | Poncelet R. | 1927 | de Smeth P. | 1928 | Ruhl A. | 1929 | Maingay P. | 1930 | Rotsaert P. Attout G. |
1931 | De Cock A. | 1932 | Jordens J. | 1933 | Byl R. | 1934 | Le Joly E. | 1935 | x |
1936 | Boks C. | 1937 | Schuermans M. | 1938 | x | 1939 | Delapierre R. Zurstrassen L. |
1940 | Slootmakers C. Dubois J. |
1941 | de Meeus d'Argenteuil L. | 1942 | de Witte E. | 1943 | Stuyck F. | 1944 | Herlant L. | 1945 | Walravens P. |
1946 | Staes P. | 1947 | Magonette A. | 1948 | Sevrin J. | 1949 | Corbusier de Méaultsart E. | 1950 | Van Heesvelde F. |
1951 | Joncker C. | 1952 | Soebert R. | 1953 | Huisman A. | 1954 | Vos L. | 1955 | Trussart G. |
1956 | Van der Auwera R. | 1957 | Jespers J. | 1958 | Marler R. Steyaert L. |
1959 | Stibbe J. Heylen L. |
1960 | Jacob R. |
1961 | Mevr. Noirsent | 1962 | Hardy H. | 1963 | Braunstein I. | 1964 | Lefebvre R. | 1965 | Hornick A |
1966 | Chavanne M. | 1967 | Plancquaert J. | 1968 | Buelens A. | 1969 | Borgniet J. | 1970 | Van Compernolle R. De Clercq L. |
1971 | Van de Moortel M. | 1972 | Struyf E. | 1973 | Paton J. Van den Berhe R. |
1974 | De Troyer F. | 1975 | Mevr. Pringiers |
1976 | Mme Bodson M.R. | 1977 | Mevr. Schockaert | 1978 | Reynaerts R. | 1979 | Van den Panhuyzen E. | 1980 | Devos R. |
1981 | Schollaert G. | 1982 | Foucart | 1983 | Duhamel R. | 1984 | Vanhingeland J. | 1985 | Vandenbauw E. |
1986 | Steenwynckel R. | 1987 | Leveque R. | 1988 | Havrenne H. | 1989 | Oosterlynck R. | 1990 | Peeters J. |
1991 | De Doncker W. | 1992 | Nottebaert F. | 1993 | Decré A. | 1994 | Papen J. | 1995 | Xhaflaire F. |
1996 | Hans M. | 1997 | Silverberg R. | 1998 | Piquer A. | 1999 | x | 2000 | x |
2001 | Van der Mullen M. | 2002 | Van Pamel L. | 2003 | Guyaux G. | 2004 | Gravet R. | 2005 | Major W. |
2006 | Havaux S. | 2007 | Lombet M. | 2008 | Van Bogaert L. | 2009 | Ghys J. | 2010 | Van Vaeck E. |
2011 | Decorte D. | 2012 | Van Damme I. | 2013 | De Bont J. | 2014 | Caprasse H. | 2015 | Bracke K. |
2016 | Van der Haegen F. | 2017 | Péters B. | 2018 | Monfils W. | 2019 | De Swaef R. | 2020 | Vandenhaute J. |
2021 | Kinard F. | 2022 | Lisabeth R. | 2023 | 2024 | 2025 |