Koninklijke Landsbond van Belgische Postzegelkringen
Art. 1.
Om de nagedachtenis van de vooraanstaande Belgische filatelist Paul de Smeth in ere te houden en om de filatelistische literatuur aan te moedigen, heeft de K.L.B.P. in 1950 een nationale onderscheiding “PRIJS VOOR FILATELISTISCHE LITERAIRE VERDIENSTE PAUL DE SMETH" in het leven geroepen.
Art. 2.
Deze medaille wordt jaarlijks definitief toegekend aan het lid van een bij de K.L.B.P. aangesloten vereniging, dat als auteur of medeauteur van een filatelistische publicatie, hetzij een brochure, een boek, een artikel of een reeks van artikelen, bijgedragen heeft tot de verspreiding van de filatelistische studie in België. Er kunnen mogelijk meerdere medailles worden toegekend.
Art. 3.
Tijdens het eerste trimester van ieder jaar worden de kandidaten voorgedragen door de verenigingen die aangesloten zijn bij de Landsbond met het daarvoor bestemde formulier. De voorstellen worden gezonden aan de algemene secretaris van de Landsbond. Voor elke kandidaat wordt een lijst ingezonden met zijn publicaties met o.m. vermelding van het jaartal, de titel en het aantal pagina’s. Als deze lijst ontbreekt wordt de kandidatuur niet in overweging genomen.
Art. 4.
Ieder jaar wordt, ter gelegenheid van een vergadering van de Raad van Bestuur in het 2de trimester, de laureaat aangewezen door een kiescollege, samengesteld uit de effectieve leden, de medaillehouders en de erkende juryleden voor literatuur. Enkel de aanwezige personen maken deel uit van dit kiescollege, dat wordt voorgezeten door de Voorzitter of een ondervoorzitter, bijgestaan door de algemene secretaris of zijn adjunct. De stemming en deliberatie zijn geheim. Het dagelijks bestuur bepaalt de datum van de verkiezing.
Art. 5.
Ieder lid van het kiescollege heeft één stem. Een jurylid dat ook medaillehouder is of omgekeerd beschikt over 2 stemmen. Het stemmen per volmacht is niet voorzien. Indien het kiescollege beslist om geen kandidaat aan te wijzen, wordt de medaille voor dat jaar niet toegekend.
Art. 6.
Om gekozen te worden moet de kandidaat de volstrekte meerderheid behalen van de uitgebrachte stemmen, d.w.z. de helft plus één. Blanco en ongeldige stemmen tellen niet voor het bereiken van deze meerderheid. Indien deze meerderheid niet in een eerste stemronde wordt behaald, wordt er tot en tweede verkiezingsronde overgegaan. Deze kandidaten in de tweede ronde zijn:
De stemming eindigt vanaf het ogenblik dat een kandidaat het hoogste aantal stemmen behaalt (rang 1)
Een derde stemronde is mogelijk indien de kandidaten na de tweede ronde ex-aequo eindigen in rang 1 van het aantal stemmen. Indien na de derde stemronde deze kandidaten hetzelfde aantal stemmen behalen in rang 1, zal ieder van hen een medaille ontvangen. Indien slechts één kandidaat werd voorgedragen dient er gestemd te worden met ja of neen.
Art. 7.
Na ontvangst van de kandidaturen verzendt de algemene secretaris van de Landsbond de uitnodigingen aan de leden van het kiescollege tot het bijwonen van de stemming. De lijst met de kandidaten evenals de lijst met zijn of haar publicaties, bedoeld in artikel 3, wordt bij de uitnodiging gevoegd.
Art. 8.
De naam van de laureaat(en) wordt bekend gemaakt via Belgaphil, het trimestrieel bondsblad van de Landsbond. Tijdens de jaarlijkse academische zitting wordt hem of haar (worden hen) de medaille(s) overhandigd.
Dit aangepast reglement werd goedgekeurd tijdens de Raad van Bestuur van 22 februari 2014 en wordt onmiddellijk van kracht vanaf deze datum.
De voorzitter de algemene secretaris
E. Van Vaeck C. Kockelbergh
jaar | winnaar | jaar | winnaar | jaar | winnaar | jaar | winnaar | jaar | winnaar |
1950 | Corbusier de Méaultsart | 1951 | De Cock A. | 1952 | Dandois F. | 1953 | Herlant L. | 1954 | Balasse W. |
1955 | Delapierre R. | 1956 | Byl R. | 1957 | Joncker Ch. | 1958 | Crustin J. | 1959 | Stibbe J. |
1960 | Du Four J. | 1961 | Maes A. | 1962 | Jordens J. | 1963 | Hubinont R. | 1964 | Vos L. |
1965 | x | 1966 | x | 1967 | Henin J. | 1968 | Marler R. | 1969 | Capon F. |
1970 | Braunstein I. | 1971 | Van Grunderbeek A. | 1972 | Lévèque R. | 1973 | Delleré R. | 1974 | Van Riet W. |
1975 | De Clercq L. | 1976 | Wery A. | 1977 | Van der Linden J. | 1978 | Silverberg R. | 1979 | Van de Veire H. |
1980 | Xhaflaire F. | 1981 | Vanhingeland J. | 1982 | Van Roye H. | 1983 | Vandenbauw E. | 1984 | Van de Catsijne M. |
1985 | Oth J. | 1986 | Speeckaert A. | 1987 | De Meester E. | 1988 | Mme Deneumostier E. Deneumostier M. |
1989 | Delbecke C. |
1990 | De Bast J. | 1991 | Thiry E. | 1992 | Van der Mullen M. | 1993 | Vervisch R. | 1994 | Van Rompaey R. |
1995 | Nierinck H.L. | 1996 | Van San P. | 1997 | x | 1998 | Deynckens W. | 1999 | Janssen L. |
2000 | Ludwig G. | 2001 | Major W. | 2002 | Goes J. | 2003 | Van den Panhuyzen E. | 2004 | Havrenne H. |
2005 | Smets H. | 2006 | Maselis P. | 2007 | Toulieff S. | 2008 | Blontrock B. | 2009 | Van Pamel L. |
2010 | Caprasse H. | 2011 | Stes J. | 2012 | x | 2013 | De Doncker W. | 2014 | Van Gansberghe J. |
2015 | x | 2016 | Selis L. | 2017 | Schouberechts V. | 2018 | De Vos R. | 2019 | Van Hecke L. |
2020 | Lisabeth R. | 2021 | x | 2022 | Coutant G. | 2023 | 2024 |